Ruim twee jaar geleden las ik een recensie in OOR over het album ‘Ken’ van Destroyer. Op basis hiervan besloot ik het album te draaien en het was iets wat ik nog niet eerder gehoord had. Ik zou het filmische indie muziek willen nomen. Het is meeslepend en soms toch ook lichtelijk dansbaar. Het brein achter Destroyer, de Canadees Dan Bejar, is altijd vernieuwend, maar het lage spannende stemgeluid is altijd daar. Nu is daar de nieuwe plaat ‘Have We Met’ en deze maakt misschien nog wel meer indruk op mij dan dat ‘Ken’ dat ruim twee jaar geleden deed. Grote kans dat dit komt door de gitaarsolo’s die te ontdekken zijn op ‘Have We Met’.
Om gelijk terug te komen op dat lichtelijk dansbaar, openingstrack ‘Crimson Tide’ is hier een goed voorbeeld van. De beukende synths op de achtergrond doendenken aan een track van een Underworld-achtige electro-groep uit de nineties. Het nummer heeft ook gelijk het meeslepende waar Destroyer een kei in is. De lyrics zeggen mij persoonlijk soms weinig, maar dat komt misschien omdat deze man ook een briljant romanschrijver had kunnen zijn. Ook met ‘It Just Doesn’t Happen’ vinden we een fijne dance-groove. Overigens doet dit meer voor als een nummer uit de 80s.
Zoals gezegd, de inbreng van gitaar slaat aan in deze plaat. Met name op ‘Kinda Dark’ en ‘The Raven’. Waar de eerste genoemde wat meer layback is met naast de gitaar ook een mooie rol voor de piano, is de 5e track op het album meer een zonnige opbeurende song. Dan Bejar is direct is zijn teksten; “First us versus not a goddamn thing” zingt hij op Kinda Dark en aan het begin van The Raven luidt: “Take a look at the world around you, actually no don’t look”.
Over de jaren heeft er veel wisseling plaats gevonden in de samenstelling van Destroyer. Dit levert veel verschillende soorten tracks op met veel verschillende instrumentatie. Dit komt mooi tot uiting in het funky Cue Synthesizer, wat een echte band track is. Op ‘Foolssong’ horen we daarentegen juiste exotische uitstapjes naar blaasinstrumenten en zelfs de Xylofoon!
Een van de beste nummers vinden we op nummer 9. ‘The Man in Black’s Blues’ geniet een fijne beat en zorgt voor een tekstueel hoogtepunt; “When you’re looking for nothing and you find, nothing is more beautiful than anything you ever knew”. Tenminste als dat is waar de komma hoort is niets minder waar!
Heeft deze plaat dan ook minpunten? Ja, helaas wel. Ondanks het sprookjesachtige wat het nummer ergens wel heeft is ‘The Televesion Music Supervisor’ toch vooral vervelend om aan te horen. Muzikaal gezien doet ‘University Hill’ toch wel net wat onder op de rest. Misschien komt dit ook doordat geen van de instrumenten hier echt de hoofdrol noemt. Als de lyrics de foto is en de muziek het resultaat zegt Destroyer het zelf al een beetje; “But pretty as a picture” is halfway there”.