Iedereen kent de jaren ’90 kneiter ‘Jump Around’ van House of Pain. Een van de verantwoordelijke leden van deze band is Erik Francis Schrody, beter bekend als Everlast. Deze man brengt vandaag alweer het zevende studioalbum Whitey Ford’s House of Pain uit. Een album vol met doordringende tracks.
Het is goed te horen dat deze man zich als singer-songwriter en rapper profileert. Hij heeft een stem met een lekker rauw randje, deze past ideaal bij beide genres die hij uitdraagt. Beide uitingen komen ruimschoots aan bod op het album. Een mix die ik nog niet eerder op een album gehoord heb, dat kan natuurlijk aan mij liggen…
Opener ‘One of Us’ past in het straatje singer-songwriter. Een heerlijke akoestische gitaar en de ietwat rauwe stem van Everlast starten het nummer, maar het nummer groeit langzaam uit tot een sneer richting God. Zijn dochter is namelijk ernstig ziek (taaislijmziekte) en op dit nummer komt zijn frustratie tot uiting. Door het lijden van zijn dochter wordt zijn woede groter en groter en op deze track trekt hij het bestaan van God in twijfel. ‘The Climb’ is een soort van zelfanalyse over hoe hij omgaat met de moeilijke situatie rondom zijn dochter. Dit is ook de reden waarom het bijna 5 jaar heeft geduurd tussen het uitkomen van het vorige album en deze langspeler.
Dat Everlast een fan is van de vorig jaar overleden Tom Petty bewijst ‘It Ain’t Easy’ wel: “Sometimes waiting is the hardest part”. Een mooie verwijzing naar ‘The Waiting’ van het Hard Promises album uit 1981. Ook muzikaal wordt Tom Petty geëerd op ‘Break It Down’ aldus Everlast: “check the bridge.”
De apocalyptische rap track ‘The Culling’ is een plaat die sterk lijkt op ‘Black Jesus’ (Eat at Whitey’s 2001). Er zitten dezelfde gedachtepatronen in, aldus de zanger. Het is een kijkje in een niet zo’n fijne wereld waar liegende politici het voor het zeggen hebben. Het is tevens ook een waarschuwing voor onze vrijheid: “Living on your knees/[is] much worse than dying.” En daarmee heeft hij natuurlijk een goed punt als je het mij vraagt.
Naast te gekke eigen gezongen tracks zijn er ook twee tracks te vinden met gastrollen voor Aloe Blacc en Slug (Sean Michael Daley). Met Blacc keert hij terug naar zijn underground hip-hop roots in het deltablues-achtige ‘Slow Your Roll’. Slugg is te horen op ‘Oooohh (I Don t Need You)’. Beide tracks hebben een lekkere hip-hop vibe die doen terugdenken aan de hoogtijdagen van het genre in de jaren ’90.
Grijpt hij ook nog terug op zijn grote succes met ‘Jump Around’? Het antwoord is ja: het vrolijke ‘Smokin’& Drinkin’ doet hier heel sterk aan denken. Voor de mensen die opgeroeid zijn in de 90’s (zoals ondergetekende) is dit een “trip down memory lane”.
Het middelpunt van het album kan gevonden worden in ‘Summer Rain’, een filmische Beatles-ontmoet-Tom Waits-ontmoet-Neil Young track die je een blik laten werpen op de gruwelen van een drugsverslaving. Griezelig goed uitgewerkt.