De Amerikaanse rockband Cage the Elephant draait al zo’n tien jaar mee. Recentelijk werd “Social Cues” als vijfde langspeler uitgebracht. In Amerika hebben ze al flink naam gemaakt en zijn ze vaak festivalheadliners. Met dit nieuwe album probeert de band ook aan deze kant van de grote oceaan dezelfde status te verwerven.
Dat deze band catchy muziek weet te maken bewijst opener ‘Broken Boy’ wel. Het begint nogal onheilspellend, maar als de track eenmaal begint is het een heerlijk uptempo rocknummer. De vocalen, “broken boy / how does it feel / how does it feel”, worden uitmuntend aangevuld door de gierende gitaren. De toon is direct gezet met deze track die invloeden kent van Bowie en The Black Keys.
Meer airplay is natuurlijk een stap in de richting van de Europese festivals, maar er zit ook een keerzijde aan succes. Deze keerzijde is goed te horen op de titeltrack: “Man, at least you’re on the radio”, beetje ongemakkelijk maar zeer treffend. Minder overtuigend zijn de mid-tempo nummers ‘Black Madonna’ en ‘The War Is Over.’
De band lijkt op ‘Night Running’ samen te smelten met Beck, die op deze track te horen is. Het is een heerlijke track met een laidback vibe en een reggae-achtig gevoel, niet iets waar je deze band snel mee associeert. Dromerige muziek is ook (gedeeltelijk) te vinden op “Social Cues” met ‘Skin and Bones.’ De gitaren en synths vullen elkaar moeiteloos aan waardoor dit nummer een heerlijke sound meekrijgt.
Blues invloeden zijn onmiskenbaar aanwezig op het radiovriendelijke ‘Ready to Let Go’, een track die ik zeer graag luister. Dit vanwege mijn fascinatie voor blues georiënteerde muziek. Een ander genre waar ik ook zeer goed van kan genieten is (post)punk. Wat wil het toeval? Dit genre is ook aanwezig op dit vijfde album met ‘House of Glass.’ Deze band weet hoe het verschillende genres eigen kan maken, een puike prestatie!
Strijkers, een rustige gitaar en de prachtige vocalen maken van ‘Love’s the Only Way’ een waar pareltje. Het is een totaal andere sound dan de rest van het album, juist dat maakt dit liedje zo goed. Met ‘Dance Dance’ komen weer enkel bluesy invloeden om de hoek kijken, beetje in het verlgende van The White Stripes.
Meer prachtige strijkers zijn de horen op ‘What I’m Becoming’, prachtig hoe de band deze in de muziek weet te verwerken! Van heel andere orde is de fijne gitaartrack ‘Tokyo Smoke’, waar je geen genoeg van kunt krijgen. Deze gaat met alle gemak op repeat. Ten slotte is er nog de sluiter van deze track, die heel passend ‘Goodbye’ heet. Een prachtige piano, de mooie strijkers en de meerstemmigheid maken dit liedje erg bijzonder.