In februari van dit jaar schreef ik een stukje over ‘Go Honey’ van Luwten. Hierin beschreef ik dat folk, electronic en moderne elementen de basis zijn voor de besproken plaat. Ik was daarnaast ook nieuwsgierig of dit op het debuutalbum ook het geval zou zijn. Nu het debuutalbum eindelijk uit is, is het tijd om dat eens goed te beluisteren. Tipje van de sluier: de genoemde genres komen inderdaad terug op een prachtige manier…
Hoewel de eerste plaat uitkwam aan het eind van de winter heb ik na het luisteren van het debuutalbum eerder een herfstachtig gevoel. Dat kan aan de ene kant komen door het feit dat ik het album deze week meerder malen heb gedraaid, of het is toch echt het album dat een soort herfstsfeer weet te creëren.
Drijvende kracht achter de band is Tesse Douwstra. Zij was in het verleden verbonden met de band Orlando, die meer gitaar gerelateerde muziek voortbrachten. Luwten daarentegen is wat betreft de sound minimalistisch qua opzet. De muziek is een beetje vergelijkbaar met de Sleaford Mods (minus het East-Midlands accent en de punk vibe). En juist die minimalistische opzet past ontzettend goed bij de zachte stem van Douwstra, het geeft de muziek haast een mysterieus effect. In een tijd waar de meeste muziek juist zo “vol” mogelijk moet klinken is dit een welkome afwisseling die je ook echt weet te raken.
De nummers op het album liggen fijn in het gehoor en zorgen voor een dromerige sfeer, zonder dat je ook maar een moment weg dommelt. Dat komt door de bepaalde geluiden die zo nu en dan de revue passeren waardoor de aandacht niet kan verslappen. Het debuutalbum kent een aantal overeenkomsten (‘No Ifs’ heeft gedeeltelijk hetzelfde “kinderlijke” deuntje als ‘Go Honey’) en een aantal tegenstellingen (openingstrack ‘Difference’ en ‘Indifference’). Waar ‘Difference’ de toon zet voor de rest van het album met een minimalistische sound en een rustige vibe, is ‘Indifference’ veel sneller qua opzet.